Nadat hij gestopt was met werken wilde hij gedichten schrijven gebaseerd op zijn belevenissen als huisarts. Aanvankelijk deed hij dit in het Nederlands. “Ik vond het niks, toen heb ik het in mijn streektaal geprobeerd en dat lukte wel. Het Achterhoekse dialect is de taal, die ik als kind heb geleerd, waarin ik denk. Ook als huisarts sprak ik dialect met mijn patiënten”.
Derk Jan ten Hoopen is bestuurslid van de Dialectkring Achterhoek en Liemers en vertoeft nog regelmatig in zijn geboortestreek. Er zijn twee gedichtenbundels uitgegeven, “Soms zit ik zomaor onder ’n boom “ (derde druk) en “Gedachtenzaod” (tweede druk). Hiervoor kreeg hij in 2002 de Kunst- en Cultuurpries Oost-Gelderland Jaromir. Zijn werk is ook te lezen in de bloemlezingen: Den Tillefoon (1997), Flonkergood en Mo’j kieken wah’n schrievers (1999). Ook schrijft hij regelmatig in De Moespot, het tijdschrift van ’t Verbond van Nedersaksische Dialectkringen.
Bibliografie
1999 Soms zit ik zomaor onder ’n boom” ( Stichting Staring Instituut/Mr.H.J.Steenbergenstichting Doetinchem).
2001 Gedachtenzaod ( Stichting Staring Instituut/Mr.H.J. Steenbergenstichting Doetinchem).
2018 Gaot zitten en vertel (Mr. H.J. Steenbergen-Stichting Doetichem).
Bijdragen aan het tijdschrift De Moespot en bloemlezingen Den Tillefoon en Flonkergood en Mo’j kieken wah’n schrievers.