Van 1904 tot 1907 was hij onderwijzer in Linde, daarna in Hoogeveen en Steenwijk. In 1912 vertrok hij naar IJmuiden waar hij onderwijzer aan opleidingschool werd. In 1930 werd hij wegens hartklachten afgekeurd en in 1943 verhuisde hij terug naar Drenthe en vestigde zich in Meppel.
Van Dijk begon in IJmuiden uit heimwee naar Drenthe te schrijven nadat hij een schrijfwedstrijd van het IJmuidens Advertentieblad had gewonnen. In 1928 voltooide hij Schetsen uit het Drentsche volkslevenIn 1930 en 1931 publiceerde hij die in feuilletonvorm in de Meppeler Courant .In 1935 werden ze in boekvorm uitgegeven onder de titel Luuks Hilbers jonges. In de Meppeler Courant verswchenen meerdere feuilletons van hem. Hij bediende zich van pseudoniemen als H. van ’t Wold, H.W. Hadee, Van D en vdH. Op verzoek van uitgever Boom stelde hij in 1943 de bundel Dicht en Ondicht . Daarin verzamelde hij een aantal van zijn Drentstalige verhalen en gedichten.
In 1951 verscheen van hem de roman Het gezin van Roelof en Annechien met Drentse dialogen.
Van Dijk was een romantisch schrijver met grote aandacht voor het volksleven.

Bibliografie:
Luuks Hilbers jonges Kluwer, Deventer 1935
Dicht en ondicht. Boom, Meppel 1943
OP Strooienberg, ja op Strooienberg. 1945
Het gezin van Roelof en Annechien, Torenlaan, Assen 1951