Schrijvers 

Pseudoniem van Aafje Nicolaï, is geboren in Weerwille en verhuisde op zeer jonge leeftijd naar Zuidwolde.

Waar haar vader in 1903 hoofd van de toenmalige gereformeerde school werd. Zelf koos ze ook voor het onderwijs. Ze begon met het schrijven van verhalen die gepubliceerd werden in het christelijk tijdschrift De Stuwdam. In 1940 verscheen de sleutelroman Jan Derks, waarin ze een beeld schetste van het gereformeerde volksdeel van Zuidwolde aan het begin van de twintigste eeuw. Ze schreef vooral christelijke Drentse streekromans, waarin het gebruik van het dialect nagenoeg beperkt bleef tot de dialogen. In 1939 verzuchtte ze: “ik zou graag nog meer willen schrijven in dialect, maar noch de uitgevers, noch de redactie van tijdschriften zijn er bijzonder op gesteld”. In 1973 behoorde ze tot de vijf meest gelezen schrijfster in Nederland.

Bibliografie

1940 Jan Derks ( Standaarduitgeverij)

1946 De sterkste ( Drentse roman, Jan Haan te Groningen)

1946 Intermezzo ( Bosch & Keuning te Baarn)

1948 Het eerste gebod ( Bosch & Keuning, Baarn)

1949 Vreemd bloed ( Jan Haan te Groningen)

1955 Zijn stem ( Bosch & Keuning)

1947, 1955, 1958 De trilogie: De wondere weg, De man zonder feestkleed, Verstild verlangen

 (Jan Haan Groningen)

1970 De trilogie in één band getiteld De wondere weg ( J.N. Voorhoeve te Den Haag)

1980 Ieder is anders (omnibus) met Ieder is anders, Het tweede huwelijk en Maps Degenaar (Kok, Kampen)

1985 En toch is er toekomst

#fc3424 #5835a1 #1975f2 #2fc86b #fevec9 #eef11217 #011213204254